Blog #2 van mijn SDG-serie

In mijn vorige blog vertelde ik over de onderste laag van de SDG toren: de 4 SDG’s die zijn gerelateerd aan de Biosfeer. In de tweede laag van de SDG toren gaat het om de SDG’s die gerelateerd zijn aan Society: de mensen, de sociale doelen. Van de 17 Social Development Goals (SDG) zijn dat er maar liefst 8, te weten:

  • SDG 1 = Geen armoede
  • SDG 2 = Geen honger
  • SDG 3 = Goede gezondheid en welzijn
  • SDG 4 = Kwaliteitsonderwijs
  • SDG 5 = Gendergelijkheid
  • SDG 7 = Betaalbare en duurzame energie.
  • SDG 11: = Duurzame steden en gemeenschappen
  • SDG 16: = Vrede, justitie en sterke publieke diensten

Van deze sociale doelen gaan er 2 SDG’s over onderwerpen die direct betrekking hebben op de gebouwde omgeving. Daarmee raken zij het vakgebied van jou als huisvestingsmanager. Ik zal daarom een apart blog wijden aan SDG 7 = Betaalbare en duurzame Energie en SDG 11 = Duurzame steden en gemeenschappen. In dit blog behandel ik dus de andere 6 SDG’s van de sociale doelen.

SDG 1 = Geen Armoede

Het eerste doel is gelijk ook de allerbelangrijkste volgens de Verenigde Naties. Alle landen moeten zich moeten inzetten voor sociale zekerheid. Binnen deze SDG hebben ze niet alleen een minimale ondergrens van loon in dollars bepaald, maar vooral ook dat iedereen een ‘Living Wage’ moet kunnen verdienen. Hiermee wordt bedoeld: het minimale loon dat je nodig hebt om te kunnen leven (living wage). Denk hierbij aan huur en daarnaast ook geld voor eten en educatie. Eigenlijk is dit nog veel belangrijker dan een minimumloon.

Als voorbeeld van een bedrijf dat zijn hele merk heeft gebouwd rondom deze SDG wordt Tony Chocolony genoemd: slaafvrije chocolade. Toch fijn om te weten dat de lekkerste chocola (oranje, caramel zeezout natuurlijk!) ook nog eens bijdraagt aan een duurzame wereld.

SDG 2 = Geen Honger

De tweede SDG is die van geen honger. Deze lijkt natuurlijk op de eerste: zonder armoede zal er ook minder honger zijn. Maar alleen het armoedeprobleem is niet de enige oplossing voor minder honger op de wereld. Er zijn ook problemen met de distributie en de voedingswaarde van het beschikbare voedsel. Het verbeteren van de nutritie (voedingswaarde) in bepaalde landen helpt hen ervoor te zorgen dat ze in ieder geval hun eigen bevolking van gevarieerd voedsel kunnen voorzien.

SDG 3 = Goede gezondheid en welzijn

De subdoelen van deze SDG gaan over het terugdringen van kindersterfte, moedersterfte en het terugdringen van grote epidemieën. Tegelijkertijd gaat het ook over de eerlijkheid om vaccins en toegang tot gezondheid op een eerlijke manier over de mensen op aarde te verdelen. Een thema dat vandaag de dag weer zeer relevant is in de Covid19 crisis.

De cursus van de Erasmus Universiteit (Rotterdam School of Management) laat zien dat ook in een westers land als Nederland dit niet altijd optimaal geregeld is. Het is bij het verbeteren van de gezondheid belangrijk om vanuit de patiënt zelf te denken. Partijen werken hier soms langs elkaar heen en hebben hun eigen financieringsconstructies (1ste lijnzorg (huisartsen), ziekenhuis zorg, en ondersteunende zorg). Ook hier geldt (net als bij veel andere uitdagingen): bekijk het probleem van alle kanten en zoek naar een integrale oplossing.

SDG 16: Vrede, justitie en sterke publieke diensten

Voor burgers is veiligheid wellicht nog wel belangrijker. Zonder vrede, veiligheid en rechtvaardigheid is er geen ontwikkeling mogelijk. Het voorkomen van corruptie en kinderarbeid dragen bij aan een duurzamere wereld. Namaakproducten, dus ongeautoriseerde replica’s van de echte producten zijn voorbeelden een groot probleem in onze luxemarkt. Ook te veel goedkope kleding dragen niet bij aan de werkelijke waarde van producten.
Tegelijkertijd gaat deze SGD ook over het hebben van minder bureaucratie en een gelijkwaardig rechtssysteem in de hele wereld. Gelijke rechten bevorderen gelijke kansen, net als de volgende SDG over onderwijs.

SDG 4 = Kwaliteitsonderwijs

Toegang tot onderwijs is heel belangrijk. In feite is onderwijs een middel om alle andere SDG doelen te behalen. Door onderwijs krijgen kinderen zicht op een (betere) toekomst. Een toekomst waarin ze zonder armoede en honger (SDG 1 en 2) kunnen leven. Ze leren op school over hygiëne en het menselijk lichaam, wat weer invloed heeft op de gezondheid van mensen (SDG 3). Overheden en bedrijfsleven moeten samenwerken om meer mensen (jong en oud, vrouw en man, alle rangen en standen, alle afkomsten) gelijke kansen te geven in onderwijs. Dan heb je gelijk ook de link met de volgende 2 SDG’s.

SDG 5 = Gendergelijkheid en SDG 10 = Ongelijkheid verminderen.

Waar SDG 5 nog primair gaat over de verschillen tussen mannen en vrouwen, gaat SDG 10 over inclusie van iedereen. Dus ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status. Het gaat hierbij niet alleen over de sociale inclusie, maar ook over de economische en politieke inclusie, daarom wordt SDG 10 ook niet bij de sociale doelen gerekend, maar bij de economische doelen.

De Rotterdam School of Management heeft uitgevonden dat doelen stellen (persoonlijke doelen en carrière doelen) studenten helpt om minder snel uit te vallen. Dus zij besteden veel aandacht aan hun “I WILL” statement in het eerste jaar. Dit draagt bij aan gendergelijkheid en ongelijkheid verminderen. Er is natuurlijk altijd veel discussie of je vrouwen nu wel of niet moet bevoorrechten. Vrouwen voorrang geven bij bijvoorbeeld sollicitaties is eigenlijk ook een vorm van genderongelijkheid. Helaas is het echter soms wel nodig om bepaalde patronen te doorbreken.

Derde feministische golf

Als kind groeide ik op in een sterk feministisch bolwerk met veel nadruk op gelijke rechten en gelijke kansen voor vrouwen. Ik vind het schokkend om te zien dat in Nederland er nog steeds grote verschillen bestaan in beloning van mannen en vrouwen. Ik vraag me wel eens af wat we in de afgelopen 30 jaar gedaan hebben.
Zelf behoor ik tot de generatie die meedraait met de derde feministische golf. Ik denk dat een belangrijk thema hierin is dat we moeten erkennen dat vrouwen op een andere manier werken dan mannen. Niet beter, of slechter, maar anders. Vrouwen stellen zich van nature bescheiden op, hebben een andere manier van zaken doen en leidinggeven. In de markt, en dan met name in de bouw en vastgoedwereld, zien we nog veel te weinig vrouwelijke rolmodellen. Het schijnt dat op dit moment wel meer vrouwen studeren aan de TU Delft. We moeten er echter als maatschappij voor zorgen dat de juiste afspiegeling van de samenleving ook blijft naarmate deze studenten gaan werken en zich later in leidinggevende posities zullen bewegen. Maar omdat vrouwen anders leiding zullen geven dan mannen, moeten organisaties dan wel tegen kunnen.

Veranderingen in huisvesting en vastgoed

Het is een gevaarlijk terrein om te spreken over typisch vrouwelijke en mannelijke eigenschappen. Men vervalt dan gauw in overdrijvingen en karikaturen. Overigens denk ik wel dat we de goede kant op gaan. Doordat we in de vastgoedwereld steeds meer gaan inzien dat het gebouw slechts een middel is om een organisatie in te huisvesten, komt de rol van de gebouwgebruiker steeds meer op de eerste plaats te staan. We brengen daarbij de vertegenwoordigers van de gebouwgebruikers in gesprek met de vertegenwoordigers van de gebouweigenaren. Waarbij eigenaren, ook in deze tijd, nog vaak bestaan uit mannen (vastgoedmanagers, technisch beheerders, makelaars, allemaal toch erg vaak man), blijkt dat bij de gebouwgebruikers vaak meer vrouwen te zitten (HR, facility management etc zijn studies die vroeger toch relatief vaak vrouwen aantrokken).

Zo zie je dat we aan het sturen zijn op meer dan alleen maar de economische waarde van ons vastgoed. Misschien is dat wel de basis-boodschap achter alle SDG’s: het gaat niet alleen maar om de economische waarde, maar ook om de sociale en ecologische waarde van dingen. Want wat is een gebouw nog waard, als het niet meer door de beoogde organisatie gebruikt kan worden? Als gebouwen niet voorbereid zijn op sociale en ecologische veranderingen van de toekomst, dan zal ook de economische waarde snel dalen. Als huisvestingsmanager kun je dus nu al een bijdrage leveren in de SDG doelen zoals gesteld in dit blog. Maatschappelijk Verantwoord inkopen is een voor de hand liggend voorbeeld. Ook kun je de organisatie committeren aan onderwijsdoelstellingen en ruimte bieden aan medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze kleine stappen helpen ons in de bewustwording om zo gezamenlijk de lange termijn sociale doelstellingen te bereiken.

[fsb-social-bar]

Als je deze blog interessant vond, lees dan ook deze

Download GRATIS de “Checklist Gebouwdossier, de 5 hoekstenen van een goed gebouwdossier”

Vul de gegevens in en download de gratis checklist.

Hartelijk dank.