Voor veel mensen in de bouw en vastgoedwereld is het inmiddels een bekend begrip: netcongestie. In de komende jaren zal netcongestie één van de grotere problemen zijn als het gaat over verduurzaming. Verduurzaming vraagt namelijk om het verminderen van de CO2 uitstoot. Dat betekent dat we met elkaar in de gebouwde omgeving minder gas willen gebruiken. Momenteel wordt de warmtevraag van woningen en andere gebouwen in Nederland echter nog steeds grotendeels geleverd door het verbranden van aardgas. Willen we deze gebouwen verduurzamen, dan kunnen we overstappen naar bijvoorbeeld warmtepompen.

Warmtepompen zetten 1 eenheid elektriciteit in 3 tot 6 eenheden warmte (afhankelijk van de COP van de warmtepomp). Op zich heel efficiënt, maar je hebt dus wel elektriciteit nodig. En wat dacht je van de toename van het aantal laadpalen voor elektrische auto’s? We zijn dus bezig met de elektrificatie van de gebouwde omgeving. Dit zorgt voor een grotere vraag van elektriciteit van het net. Anderzijds worden er ook steeds meer zonnepanelen en windmolens geplaatst, die leveren elektriciteit terug aan het net. Als dat elektriciteitsnet dat ‘verkeer’ niet meer aan kan, dan noemen we dat netcongestie.

Netcongestie, wat is het probleem?

Als we het over netcongestie hebben, waar gaat het dan precies over? Netcongestie gaat over dat de capaciteit van het elektriciteitsnet de vraag om transport (heen en/of terug) van elektriciteit niet aankan. Vergelijk het met een file: er zijn op bepaalde momenten van de dag meer eenheden elektra die door 1 kabel moeten lopen, dan dat de dikte van de kabel aankan. Maar, net zoals bij een file de oplossing niet ligt in het oneindig verbreden van de snelweg, is het bij netcongestie ook niet een kwestie van alsmaar meer koper in onze bodem stoppen. Aanpassingen aan de ‘koperen plaat’ kunnen nog wel tot 2030 duren.

Dat netcongestie veel gevolgen heeft voor verduurzaming, is terug te zien in projecten: zonnepanelen worden niet gelegd (of een stuk minder), aansluitingen van nieuwe gebouwen kunnen niet vrijgegeven worden, verduurzaming door elektrificatie stagneert, etc.

De gevolgen kunnen zelfs nog erger worden. Sommige mensen geven aan dat we hier in Nederland maar verwend zijn met ons zeer stabiele elektriciteitsvoorziening. Je kan er, volgens hen, maar beter op voorbereiden dat we net als in Zuid-Europa binnen een paar jaar black-outs gaan krijgen. Periodes van de dag dat de stroom een paar uur uitvalt. Er wordt hard gewerkt om dat scenario te voorkomen. Eén van de opties die onderzocht wordt is of we gecontroleerde black-outs kunnen organiseren, zodat kritische voorzieningen zoals ziekenhuizen altijd stroom kunnen krijgen.

Administratieve netcongestie versus werkelijke netcongestie

Een positief punt: het probleem is gelukkig eindig. Echter kan het zo maar tot 2030 (en wellicht langer) duren voordat de problemen zijn geheel zijn opgelost. Dit botst met de duurzaamheidsdoelstellingen waar we allemaal voor gaan: in 2030 55% CO2-reductie en in 2050 95% CO2-reductie. Dit doel is nodig om de opwarming van de aarde niet verder dan 1,5 ℃ te laten stijgen.

Wat kan je dan nog wel doen? Allereerst is het van belang om te begrijpen dat er een verschil is tussen de administratieve netcongestie en de werkelijke netcongestie.

Over administratieve netcongestie spreek je als bij het de opgetelde Energiecapaciteitscontracten van bedrijven in een bepaalde wijk of regio het elektriciteitsnet vol is. In de praktijk blijkt echter dat de meeste bedrijven en organisaties lang niet altijd hun gecontracteerde vermogen gebruiken. Soms gebruiken ze dit alleen op piekmomenten (elke ochtend bij het opstarten van de fabriek bijvoorbeeld) of soms hebben ze zelfs een overschot aan capaciteit in het contract die ze helemaal (nog) niet nodig hebben. Dit overschot houden ze voor de veiligheid vast, want stel voor dat ze volgend jaar willen uitbreiden…

Zo zie je in het nieuws ook dat er in bepaalde regio’s wachtlijsten zijn voor nieuwe aansluitingen op het net. Die kunnen wel oplopen tot enkele jaren. Maar ook deze wachtlijsten zijn ‘vervuild’ door aanvragen van bedrijven die ‘voor de zekerheid’ wat extra capaciteit hebben aangevraagd.

Er wordt momenteel door verschillende partijen nagedacht hoe dit verschil in werkelijke en administratieve congestie in kaart te brengen om zo het echte probleem aan te geven.

Is er ook congestie in mijn regio?

Of dit probleem ook speelt in jouw regio is te zien op de capaciteitskaart van netbeheer Nederland www.capaciteitskaart.netbeheernederland.nl. Op deze kaart kan je kiezen voor de voedingskaart of de afnamekaart. De afnamekaart is bedoeld voor de afnemers van elektriciteit. Als je je bestaande aansluiting wil verzwaren, je gaat verbouwen of zelfs een nieuw pand neerzetten, laat de afnamekaart zien dat er eigenlijk in bijna heel Nederland op dit moment al congestie is. Rood betekent dat er geen transportcapaciteit beschikbaar is en het rood gearceerde deel geeft aan dat ook de maximale capaciteit voor congestiemanagement is bereikt. Oranje betekent dat er voorlopig geen transportcapaciteit beschikbaar is en dat ze in afwachting zijn van uitkomst van het congestiemanagement-onderzoek.

blog gebouwinzicht netcongestie 1
De kaart voor invoeding, oftewel de congestiekaart voor het terugleveren van energie aan het net, ziet er voor de Randstad iets gunstiger uit. Er kunnen in delen van de Randstad nog zonnepanelen en andere duurzame energiebronnen worden aangesloten. In de rest van Nederland zit ook voor teruglevering het elektriciteitsnet op slot. In de praktijk betekent dit dat als jij nu zonnepanelen wil leggen op een bedrijfspand in Arnhem, dat je geen aansluiting op het net krijgt. Je kan de zonnepanelen dan alleen benutten voor eigen gebruik.
blog gebouwinzicht netcongestie 2
Disclaimer bij de kaart: “Deze kaart is een momentopname. Neem bij concrete plannen altijd eerst contact op met uw netbeheerder. Weet u niet wie uw netbeheerder is? Doe de check op www.eancodeboek.nl.”

Energie Hubs

Mogelijke oplossingen liggen enerzijds op gebiedsniveau en anderzijds op gebouwniveau. Op gebiedsniveau hebben we het dan over een betere energieverdeling tussen bedrijven onderling. Waar misschien het ene bedrijf juist ’s morgens energie nodig heeft, heeft de andere juist ’s middags de grootste vraag. Je kan met meerdere bedrijven op het bedrijventerrein bijvoorbeeld afstemmen dat je niet allemaal precies om 8 uur alle machines aanzet zodat er in een keer een piekbelasting is.

Deze samenwerkingen worden vastgelegd in een Energy Hub. Maya van der Steenhoven, specialist op dit gebied, heeft daarvoor deze prachtige definitie opgesteld:

“Een Energy Hub is een slim gestuurd, decentraal energiesysteem waar duurzame energieopwekking en energieconsumptie in een specifiek gebied zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd. Tegelijk wordt via de Energy Hub het bovenliggende energiesysteem ontlast en/of versterkt door binnen het gebied zoveel mogelijk vraag en aanbod van verschillende energiedragers te balanceren door lokale productie, consumptie, opslag en conversie te combineren. Om dit mogelijk te maken is naast de technische en digitale infrastructuur ook een verdienmodel, organisatievorm en afspraken met alle stakeholders nodig.”

Energie Hubs zijn nog een nieuw terrein waarmee op verschillende plekken in Nederland pilotprojecten worden gehouden. Zie bijvoorbeeld het programma van het event van 12 maart in Zuid-Holland www.energyscale-up.nl/kennisbijeenkomst-energy-hubs waarin in de deelsessies verschillende voorbeeldprojecten worden besproken.

Wat kan je dan wel doen?

Mocht je grote last hebben van netcongestie met je verduurzamingsplannen, kijk dan naar wat je wel kan doen. De andere oplossing ligt op wat je kan doen op gebouwniveau. Heb je alle capaciteit die je in je contract denkt nodig te hebben ook echt nodig? Alle elektriciteit die je kan besparen door het verminderen van de energievraag, hoef je ook niet over het net te transporteren. Niet voor niets dat we in gebouwen pleiten voor de Trias Energetica. In dit geval dan vooral Stap 1: Beperk de energievraag

blog gebouwinzicht netcongestie 3

Het beperken van de energievraag kan op verschillende manieren. Vaak is er al een hoop te halen door slimmer te kijken naar je huidige energiegebruik: waar zitten nu echt mijn pieken en dalen? Het beter inregelen van installaties kan soms al 10 tot 30% van je energiegebruik schelen.

Met energiemonitoring kan je daarbij ook beter kijken naar de gelijktijdigheid van energiegebruik in jouw gebouw enerzijds en de momenten van de dag dat jouw eigen duurzame energieopwekking het meeste opbrengen anderzijds (Stap 2 uit de Trias Energetica). Er is veel te winnen door goed te kijken naar hoe je het aanbod (opwek door zon bijvoorbeeld) volledig kan benutten voor de elektriciteitsvraag die er is.

Heb je hulp nodig om slim energie te besparen op gebouwniveau? Dan kan Gebouwinzicht je daar zeker mee helpen. Neem contact op met ons via info@gebouwinzicht.nl

Als je deze blog interessant vond, lees dan ook deze

Download GRATIS de “Checklist Gebouwdossier, de 5 hoekstenen van een goed gebouwdossier”

Vul de gegevens in en download de gratis checklist.

Hartelijk dank.