1. BREEAM-NL
BREEAM is het duurzaamheidskeurmerk van het Britse ‘Building Research Establishment’ en wordt in meer dan 80 landen gebruikt. BREEAM-NL is de Nederlandse versie van deze internationale tool.. Binnen BREEAM-NL zijn er richtlijnen voor Nieuwbouw en Renovatie, In-Use en voor Gebied. Het keurmerk is beschikbaar voor Utiliteitsgebouwen en Woningen. Ook wordt er voor BREEAM-NL In-Use onderscheid gemaakt tussen Gebouw, Beheer van dat gebouw en het Gebruik van het gebouw in Duurzame Huisvesting en Bedrijfsvoering.
Een BREEAM-certificering draagt bij aan de duurzaamheid van een pand. Binnen BREEAM-NL is er aandacht voor Energie, Materialen, Water, maar ook voor thema’s als OV en Veiligheid voor fietsers, Voor een eigenaar of gebruiker levert het kostenbesparingen op, is de kwaliteit van het binnenklimaat gegarandeerd en is het object voorbereid op de toekomst. BREEAM stelt namelijk eisen die strenger zijn dan de minimale wettelijke eisen, waarmee een eigenaar beter voorbereid is op toekomstige wet- en regelgeving.
Mooi is dat je het instrument, de lijst van aspecten die duurzaam geacht worden te zijn, ook gratis kan downloaden. BREEAM kan dus in eerste instantie worden ingezet als middel om duurzaamheid bespreekbaar te maken, om met elkaar de criteria voor een duurzaam gebouw te bepalen en te bedenken welke credits je belangrijk vindt, en hoe je die kan gaan behalen.
Om voor een BREEAM-NL certificaat in aanmerking te komen moet er een minimum van 10% worden gescoord en aan enkele verplichte credits worden voldaan. Zo moet er bijvoorbeeld voor BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw voor het onderdeel beheer een duurzaam inkoopbeleid zijn voor hout om te garanderen dat er geen illegaal gekapt hout wordt gebruikt. Ook moet er aan relevante regelgeving worden voldaan m.b.t. brandveiligheid. Een nieuwbouwcertificaat is na uitgifte onbeperkt gelding. Voor een In-Use certificaat voor gebouwen moet deze elke 3 jaar opnieuw worden gecertificeerd.
2. LEED
Het ‘Leadership in Energy and Environmental Design’ (LEED) keurmerk toetst gebouwen op hun ontwerp, de bouw, het gebruik en onderhoud met als doel de bijdrage aan klimaatverandering te verminderen. Daarnaast staat het voor het beschermen van watervoorraden, stimuleren van duurzame en regeneratieve materialencycli, verbeteren van menselijke gezondheid, beschermen en verbeteren van biodiversiteit en een bijdrage aan de gemeenschappelijke levenskwaliteit. Voor de gebouweigenaar en gebruiker liggen de voordelen van een LEED-certificering met name bij kostenbesparing, verhoogde efficiëntie, lagere uitstoot en een gezondere werkomgeving.
Afhankelijk van het type gebouw en de fase waarin een project zich bevindt zijn er verschillende richtlijnen binnen LEED: ‘Building Design and Construction’, ‘Interior Design and Construction’, ‘Building Operations and Maintenance’, ‘Neighbourhood Development’, ‘Homes’ en ‘Cities’. Een project behaalt punten voor decarbonisatie, energie, water, afval, transport, materialen, gezondheid en binnenmilieu. Afhankelijk van de score – minimaal 40 punten- wordt het project LEED gecertificeerd. Net als bij BREEAM blijft een certificaat voor nieuwbouw – hier onder ‘Building Design and Construction’ of ‘Interior Design and Construction’ – onbeperkt geldig. Een ‘Building Operations and Maintenance’ certificering komt na 3 of 5 jaar, afhankelijk van de laatste gebruikte versie, te vervallen.
Onderdeel van het certificeringsproces is dat een ontwikkelaar zelf data direct aanlevert bij de de United States Green Buiding Council (USGBC). Deze wordt intern beoordeeld om vast te stellen of en welke certificering er kan worden uitgegeven. Een mogelijk nadeel is dat LEED een Amerikaanse standaard is en daarmee niet altijd overeenkomt met de Nederlandse standaarden en wetgeving, waar BREEAM-NL hier wel op aansluit. LEED-certificering binnen Nederland vraagt daarom om een mate van dubbel werk voor compliance en om alles om te rekenen naar Amerikaanse maten.
Hoewel BREEAM en LEED erg vergelijkbaar zijn op de inhoud, worden ze zelden naast elkaar gebruikt. LEED wordt in Nederland vooral gebruikt door organisaties die een hoofdkantoor in Amerika hebben, of veel klanten in Amerika hebben.
3. WELL
Nog een Amerikaans certiferingsinstrument: WELL. Deze is gericht op de gezondheid en het welzijn van mensen in een gebouwde omgeving. WELL (van well-being afgeleid) bestaat uit 10 onderwerpen waarvoor in totaal 110 punten gehaald kunnen worden. Om aan de minimale WELL eisen te voldoen, dienen ten eerste de 48 Preconditions (vereiste) Features gehaald te worden. Voor deze verplicht features worden geen punten gehaald. Aanvullend kunnen extra punten gehaald worden om een bepaald niveau te kunnen halen. WELL is in principe toepasbaar op alle gebouwtypen, mits aan de minimale vereisten (preconditions) wordt voldaan. Dat is niet altijd haalbaar. Voorbeelden zijn bepaalde ventilatie-eisen of daglichttoetreding. Een certificaat is drie jaar geldig.
Zoals je je kan voorstellen is de ene feature meer gericht op beleid en de andere meer op gebouw gebonden maatregelen. Wat ze allemaal gemeen hebben, is de focus op een gezonde omgeving voor gebruikers. Voorbeelden van categorieën zijn Light, Materials, Thermal Comfort, Mind en meer. Daarnaast gaat het WELL keurmerk niet alleen over gebouwgebonden gezondheidsaspecten, maar kijken ze ook hoe een organisatie op andere manieren zorgt voor gezonde medewerkers, zoals gezond eten in de kantine en het aanbieden van fitnessabonnementen.
Doordat dit certificaat dieper in gaat op Gezondheid kan het worden gezien als een gedetailleerdere uitwerking van de categorie Gezondheid die je wellicht van BREEAM kent. WELL zou dus een mooie aanvulling kunnen zijn op je al bestaande BREEAM-certificaat.
4. NL Greenlabel
In tegenstelling tot de andere hier genoemde labels ligt de focus voor het NL Greenlabel voornamelijk op de buitenomgeving. Er zijn labels voor gebieden, terreinen, tuinen, producten en materialen, en voor planten. Het doel van dit label is dan ook om vergroening en een duurzamere leefomgeving te stimuleren. Daarvoor geeft het concrete handvaten om ambities op te stellen en te realiseren.
Voor de beoordeling worden enkele indicatoren gebruikt gerelateerd aan verschillende fases in de levensloop van een product of gebied. Onder de productiefase zijn dit transport, materiaalsamenstelling en bedrijfsvoering. Tijdens de gebruiksfase wordt gekeken naar de gebruiksduur, onderhoud en duurzaamheid tijdens gebruik. Als laatste wordt er beoordeeld op circulariteit. Deze beoordelingen worden uitgevoerd door onafhankelijke Experts en Assessoren, waarna een certificaat 3 tot 5 jaar geldig is.
5. Green Key
Green Key is specifiek ontwikkeld voor het verduurzamen van de toeristische en recreatieve sector. Voor certificering wordt onderscheid gemaakt tussen een aantal bedrijfstypes: bungalowpark, camping, conferentiecentrum, dagrecreatie, hotel, kleine accommodatie en restaurant. Voor een certificering moet altijd aan enkele verplichte normen worden voldaan zoals energiebesparing en het verminderen van restafval. De optionele normen bepalen welk niveau certificaat (brons, zilver of goud) kan worden behaald. Daarbij wordt gekeken naar diverse thema’s zoals management, communicatie, afval, bouwen en groen, duurzaam inkopen en textiel.
Het certificeringsproces begint met het invullen van een formulier, waarna onafhankelijke keurmeesters op locatie kunnen controleren of de ingevulde gegevens kloppen. Hierna wordt een certificaat afgegeven, wordt gevraagd om aanvullende gegevens of moeten aanvullende maatregelen worden genomen voor een herkeuring. Na uitgifte blijft het certificaat 1 jaar geldig waarna opnieuw moet worden gecertificeerd.
6. GPR Gebouw
Met GPR Gebouw (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn) is het mogelijk om je gebouw te toetsen op duurzaamheid. Dit kan zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw. GPR Gebouw is onderdeel van GPR Software. GPR Gebouw thema’s: Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. De thema’s passen bij de drie p’s People (Gezondheid, Gebruikskwaliteit), Planet (Energie, Milieu) en Profit (Toekomstwaarde). Bij certificering werkt elk thema met een waardering op een schaal van 1 tot 10. GPR Gebouw is toepasbaar op woningen, kantoren en onderwijs. Zolang er een licentie is, is het certificaat geldig.
GPR bestaat in Nederland al langer dan een keurmerk zoals BREEAM-NL. GPR heeft van oorsprong echter een andere doelgroep. GPR werd vroeger vooral voor de ontwikkeling van maatschappelijk vastgoed gebruikt, waar BREEAM-NL in Nederland in eerste instantie door commerciële ontwikkelaars en beleggers werd ingezet. Inmiddels lopen de doelgroepen voor beide keurmerken meer door elkaar.
Een hele sterke eigenschap van GPR is dat je in de ontwikkelfase heel makkelijk verschillende scenario’s naast elkaar kan zetten in de software en zo kan vergelijken. Zo kan het echt ingezet worden als onderdeel van het ontwerpproces.
7. GRESB
GRESB is de afkorting voor Global Real Estate Sustainability Benchmark: een internationale jaarlijkse benchmark dus. Partijen die meedoen rapporteren over ESG – Environment (het milieu), Social (de mens en maatschappij) en Governance (behoorlijk bestuur) – aspecten van de vastgoedportefeuille (daarom ook wel ESG Benchmark genoemd). De benchmark bestaat uit de onderdelen Management, Prestatie en Ontwikkeling. Elk onderdeel krijgt een eigen GRESB-score en -rating. Voornamelijk beleggers maken gebruik van GRESB.
Beleggers en beheerders hebben betrouwbare ESG-gegevens nodig om een vollediger beeld te schetsen van hun huidige en toekomstige financiële risico’s en kansen. Deze GRESB-rating wordt dus vooral gebruikt door beleggers, omdat ze hiermee kunnen aantonen dat ze werken aan een groene beleggingsportefeuille. Door mee te doen aan GRESB, hebben zij beschikking over gevalideerde en transparante gegevens over milieu, maatschappij en bestuur (ESG), waarmee ze kunnen rapporteren aan de financiële markten.
8. Milieubarometer
De Milieubarometer is een instrument om de CO2 footprint vast te stellen en hierover te rapporteren. Deze kan worden gebruikt voor een nulmeting en voor continue monitoring om over meerdere jaren de veranderingen in footprint bij te houden. Verder kan je de tool gebruiken om jouw eigen score te vergelijken met de gemiddelde score van jouw branche om een idee te krijgen van hoe goed je al bezig bent of hoeveel beter het kan.
De Milieubarometer wordt vooral gebruikt door de gebruikers van gebouwen. Gemeentes hebben een abonnement en stellen de milieubarometer dan gratis beschikbaar aan bedrijven en organisaties in hun gemeente. In de praktijk is dat vaak maatschappelijk vastgoed en MKB bedrijven, en minder snel de grotere internationale beleggers.
Naast monitoring en benchmarking kan de tool ook gebruikt worden als basis voor andere tools en certificaten zoals de CO2-prestatieladder, ISO 14001 en de Milieuthermometer Zorg voor zorginstellingen. Ook biedt het een overzicht van de wettelijke Erkende Maatregelen, met een actielijst voor maatregelen die voor jou van toepassing zijn. Daarmee kan de Milieubarometer worden gebruikt voor het opstellen van rapportages voor de EED-auditplicht. De lijst met Erkende Maatregelen wordt met elke nieuwe versie of wijziging bijgewerkt.
9. CO2-prestatieladder
CO2-prestatieladder biedt een handboek om je CO2-uitstoot te bepalen. Dit instrument is van oorsprong ontwikkeld voor aannemers om zo hun CO2-footprint te kunnen aantonen tijdens aanbestedingen. Overheden (en nu ook steeds meer andere organisaties) vragen hun toeleveranciers om deze footprint als onderdeel van het proces Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Inmiddels is het werken met een CO2-footprint breder ingeburgerd en is de CO2-prestatieladder een handig instrument om deze footprint te kunnen bepalen en certificeren.
Je kan hiermee ook volgens het handboek en de richtlijn certificeren. Uiteindelijk kan je gericht CO2-uitstoot gaan terugdringen. Het gaat bij de CO2-prestatieladder om energiebesparing, CO2-reductie in de keten en het gebruik van duurzame energie. De CO2-prestatieladder kan voor elke organisatie gebruikt worden en focust zich niet alleen op het gebouw, maar juist op de hele keten.
De CO2-prestatieladder kent 5 niveaus (1= laagste 5= hoogste). Elk niveau heeft een set van eisen waaraan een organisatie moet voldoen met verschillende invalshoeken (Inzicht, Reductie, Transparantie en Participatie). Een organisatie zal blijvend moeten voldoen aan de eisen van een lager niveau dan het huidige niveau. Dat maakt de CO2-prestatieladder een monitoringsmiddel dat continu speelt. Bij certificering vindt een jaarlijkse audit plaats door een onafhankelijke en geaccrediteerde certificerende instelling plaats. Een certificaat is 1 jaar geldig.
Voorbeelden van onderwerpen waar je in zal moeten duiken om je CO2-uitstoot inzichtelijk te maken:
- CO2-uitstoot ten gevolge van Transport: voertuigen medewerkers, vervoersbewegingen leveringen etc.
- CO2-uitstoot ten gevolge van Gebouwen: geleverde elektriciteit, gas, warmte, koude en meer.
10. ISO 14001
ISO 14001 is een norm om milieurisico’s binnen bedrijfsprocessen te beheersen en zoveel mogelijk te voorkomen. Het wordt vaak gebruikt als uitbreiding op het ISO 9001 certificaat, waarin het kwaliteitsmanagementsysteem centraal staat, om zo de kwaliteit van producten en diensten te borgen.
Een ISO 14001-certificaat kan bijdragen aan het realiseren van milieudoelstellingen. ISO 14001 is een bovenwettelijke norm. ISO 14001 bestaat uit 10 hoofdstukken waarin eisen worden gesteld aan een milieumanagementsysteem. Inhoudelijk is de norm gericht op continue verbeteringen en bescherming van het milieu, beheersing milieurisico’s en voldoen aan de wettelijke eisen.
Tip = subsidies!
Subsidies is op zichzelf geen certificering, maar kan zeker relevant zijn voor certificeringen. Voor maatschappelijk vastgoed is DUMAVA beschikbaar (Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed), daarmee kan je, o.a., BREEAM en GPR Gebouw toepassen in combinatie met DUMAVA. Daarnaast kan je BREEAM-NL, LEED of GPR ook gebruiken voor fiscale voordelen bijvoorbeeld mogelijkheden voor een Milieu-Investeringsaftrek (MIA). Hierbij kan je de meerkosten voor verduurzamingsmaatregelen aftrekken van de winst en daar dus een belastingvoordeel uit halen. In feite is MIA geen subsidie, maar wel een financieel voordeel wat je kan behalen.
Wil je weten of er nog andere subsidies of financieringsmogelijkheden zijn. Check dan voor de Subsidie- en financieringswijzer van RVO.
Weet jij wat bij je past?
Er zijn dus diverse beoordelingsmethoden en certificeringen beschikbaar. Elk heeft weer eigen kwaliteiten. Niet alleen los van elkaar zijn dit erg handige middelen voor verduurzaming, maar ook samen kunnen ze slim ingezet worden. De GPR Gebouw kan als input voor GRESB gebruikt worden. De WELL is een goede aanvulling op een BREEAM-certificaat. De Milieubarometer dient weer als input voor de CO2-prestatieladder, EED-auditplicht (tevens ook handig voor Erkende Maatregelenlijst, zie relatie EED) en ISO 14001. En je kan verschillende certificeringsinstrumenten ook subsidies en/of fiscale voordelen onderbouwen.
Bij Gebouwinzicht hebben we veel ervaring met de inzet van BREEAM-NL In Use. Lang niet altijd geven we het advies om met BREEAM-NL te certificeren. We verkennen namelijk altijd eerst wat echt bij de klant past, voordat we verder gaan met een certificering.
Wil je verkennen of certificering een wenselijke optie is en welk instrument, of combinatie van instrumenten, daarvoor het beste geschikt is? Neem dan contact met ons op. We helpen je graag bij het maken van deze keus en kunnen deze dan vervolgens voor je uitvoeren.