Een stoelendans voor meer inzicht
Als je samen bezig bent doelstellingen te bepalen, is het handig om regelmatig van ‘stoel’ te wisselen en het vraagstuk vanuit een andere positie waar te nemen. Naast nieuwe inzichten, leidt dit ook tot wederzijds begrip. Dus als je wil gaan kijken hoe je kan zorgen dat dit gebouw, waar wij stakeholders van zijn, in 2050 energieneutraal en van het gas af is, is een stoelendans zo gek nog niet.
In elke discussie en in elke situatie zijn er drie verschillende posities, of zogezegd drie ‘stoelen’:
• die van jezelf
• die van de ander
• en die van het totaal (de helikopterview).
Stoel 1 en 2
Als je kijkt naar onze wereld van kantoorgebouwen binnen de vastgoedbranche zijn die eerste twee stoelen wel heel duidelijk: de eigenaar en de huurder. Zo heb je de positie (met de belangen) van de eigenaar die rendement wil halen met zijn vastgoed. Daarnaast heeft hij van de overheid als opdracht gekregen om het gebouw voor 2050 energieneutraal te maken.
Maar wat betekent deze doelstelling voor de huurders van het pand en vervolgens voor de betrokken onderhoudspartij? Wellicht heeft deze doelstelling ook nog betrekking op andere stakeholders. Vaak blijkt namelijk dat er veel meer partijen ook betrokken zijn dan je vooraf gemakshalve denkt. Zo zijn er de toekomstige gebruikers. Bij wijzigingen in een gebouw is het verstandig daarmee rekening te houden. Wat betekent de voorgenomen wijziging voor aanpassingsmogelijkheden in de toekomst?
Een andere is de overheid met haar wetgeving. Best een grote kring van ‘anderen’. Ik raad aan om bij een vraagstuk deze anderen in kaart te brengen, hoeveel stoelen moeten er meedenken? En ga dan eens op de stoel van een ander zitten. Hoe kijkt een andere partij naar het vraagstuk?
Praktijk van BREEAM-advies
Deze stoelendans doe ik als BREEAM-expert overigens ook wel eens. Voor mij als Expert is het logisch dat als een gebouw een MJOP heeft, het ook conditiemeting heeft laten uitvoeren. Je bent dan dus gauw geneigd om te denken dat de bewijslast wel duidelijk genoeg is. Maar aannames zijn geen bewijslast. Juist hierom ga ik voor het indienen van een BREEAM-certificering op de stoel van de Assessor zitten. Omdat ik ook regelmatig als BREEAM-assessor (auditor, controleur) werk, kan ik me ook daadwerkelijk in die rol inleven.
Soms moet ik dan constateren dat ik er dan toch anders tegenaan kijk. Een Assessor kijkt simpelweg of de benodigde bewijslast uit de beoordelingsrichtlijn aanwezig is en of alle verwijzingen wel goed vermeld staan. Als Expert vink je aan dat energie een onderdeel is van de algemene doelstelling van de organisatie. Dat stond namelijk in de bijlage, dat heb je gelezen. Maar als Assessor zie je een document van 140 pagina’s waaruit jij moet constateren dat dit ook echt zo is. Het is dus aan de Expert om dan aan te geven welke pagina’s voor de Assessor van belang zijn. Zo gaat het assessmentproces vele malen sneller.
Stoel 3
Naast inzicht in je eigen perceptie en inzicht in de ander, heb je de derde positie waarbij je van een afstandje naar dit proces kijkt. Je kijkt naar de doelen, naar de missie die we gezamenlijk hebben en naar de verschillende belangen die de stakeholders hebben. Probeer van een afstandje eens te zien wat er gebeurt in dit proces. Wat valt je dan op? Wat mij vaak opvalt is dat het nog steeds altijd alleen over de economische waarde gaat. De harde pegels: wat kost het en wat levert het me op. Met een beetje geluk gaat het ook nog over ”Total Costs of Ownership (TCO), oftewel de toekomstige onderhoudskosten of andere lasten worden ook meegenomen in de kostenberekening. Maar wat mij betreft is dit nog steeds te kortzichtig.
Natuurlijk is de economische waarde van belang. Er zijn alleen meer waardes. Wat te denken van Ecologische waarde of Toekomstwaarde? Wat zijn de maatschappelijke kosten van de klimaatverandering en opwarming van de aarde? Om te kijken wat de gevolgen van een beslissing zijn in de toekomst, wordt er op steeds meer plekken in Nederland in vergaderzalen nu een extra stoel geplaatst: De Toekomststoel.
De #toekomststoel is een idee van Jan Terlouw. De #toekomststoel is een lege stoel die in iedere vergadering en elk overleg de toekomst vertegenwoordigt en ons eraan helpt herinneren om duurzaamheid mee te wegen in de beslissingen van vandaag.
Praktijk case van verwarming in scholen
Kijk eens naar de investeringen die we nu doen in scholen. De herfst komt er bijna aan en de temperaturen zullen dalen. Zeker nu in coronatijd de ramen vaker en langer openstaan, zal die verwarming binnenkort dan ook wel nodig zijn.
Stel… de dag na de herfstvakantie blijkt op veel scholen dat de ketel kapot is. De eerste reactie is dan om te zoeken naar de snelste en goedkoopste oplossingen in het onderhoud van de scholen. Dat is vaak om nieuwe ketels naar binnen te sjouwen. Maar als je op de toekomststoel gaat zitten en bedenkt “is dit met het oog op de toekomst wel de beste oplossing?” dan zijn de vragen die je je zou moeten stellen: Wanneer gaat deze school in deze wijk in deze gemeente van het gas af en hoe wordt dan de warmte geregeld?
Wellicht zie je dan dat er in de planning van de gemeente staat dat die wijk over 8 jaar een warmtenet krijgt. Moet je dan nu nog wel ketels kopen die dan weer 15 tot 20 jaar meegaan? Of kan je de ketels ook leasen, zodat je nog 8 jaar vooruit kan en de ketels daarna teruggaan (circulair) naar de installateur, zodat een andere partij er nog weer wat heeft. Of is er een andere slimme oplossing te vinden, die voor nu en voor de toekomst een slimme investering is.
Reflectie
Door een keer letterlijk op de stoel van de ander te gaan zitten, of op de toekomststoel, zal je zien wat dat doet bij jezelf. Ook zie je dan hoe dat bijdraagt aan beter inzicht op de belevingswereld van de ander en hoe je begrip krijgt voor de situatie van de ander. Er zijn zelfs organisaties die een dag switchen van rollen om te zien waar de ander tegenaan loopt. Mensen die overigens goed zijn in het zich verplaatsen in de ander, zijn ook vaak goede onderhandelaars. Dat kan handig zijn bij contractbesprekingen en aanbestedingen.
Ook bij het verduurzamen is het kunnen verplaatsen in een ander essentieel. Steven Covey schreef het in zijn Seven Habits, de 7 gewoontes van Natuurlijk Leiderschap. Eén van die zeven gewoontes is dat je altijd op zoek moet naar Win-Win situatie. Als je je niet kan verplaatsen in een ander, zul je die nooit vinden. En juist die win-win is een grote succesfactor bij het verduurzamen. Met Gebouwinzicht help ik organisaties om inzicht te krijgen in de belangen van de verschillende stakeholders, en zo samen de strategische visie van de organisatie te bepalen.
[fsb-social-bar]