Natuurlijk heeft dit invloed op de gebouwde omgeving. Het kan zelfs leiden tot rampen. Denk bijvoorbeeld aan de grote overstromingen in Limburg door grote regenval. Het is daarom belangrijk dat we met onze gebouwen nu al rekening gaan houden met dit soort rampen. In deze blog leggen we je uit waar je nu al mee aan de slag kan.
Wat zijn de risico’s?
Wereldwijd kennen we grote natuurrampen; denk aan orkanen, aardbevingen, wekenlange bosbranden en tsunami’s (die een gevolg zijn van hevige aardbevingen). De gevallen die je in het nieuws ziet, zijn de hevige gevallen. In Nederland hebben we daar eigenlijk tot nu toe weinig van gezien. Gelukkig.
Toch hebben we ook in Nederland te maken met overstromingsrisico’s, heftige regenval, aardbevingen en bosbranden. Denk aan de aardbevingen als gevolg van de gaswinning in Groningen, of bijvoorbeeld de bosbranden op de Peel in 2022.
Bosbrand de Peel 2022 (bron: nieuwsartikel Omroep Brabant, foto’s SQ Vision).
Water vormt daarbij veruit het grootste gevaar in Nederland. En dat water, dat komt van twee kanten. Enerzijds het water van de zee. Door klimaatverandering gaat de zeespiegel stijgen, maar hoeveel, daar durven de wetenschappers nog weinig over te zeggen. Hier weten we ons tot nu aan toe goed tegen te verdedigen, denk bijvoorbeeld aan de Deltawerken. De Deltawerken zijn Nederlands grootste verdedigingssysteem tegen hoogwater vanuit zee.
Anderzijds komt het water ook van de andere kant. We zien steeds vaker piekregenbuien die in een paar uur of een paar dagen enorm veel water brengen. Direct uit de lucht, maar ook de snelle verzameling van dat water in de rivieren die dat water vervolgens moeten afvoeren. Dit hebben we gezien in 2021 met de grote overstromingen in Limburg.
Overstroming Valkenburg (bron: nieuwsartikel Pointer, foto van ANP-foto).
In de gebouwde omgeving zullen we er rekening mee moeten houden dat we in de toekomst vaker dit soort heftige regenval en overstromingen vanuit rivieren gaan krijgen. Rivier specialisten werken al jaren aan een groot plan “ruimte voor de rivieren”, maar ook op kleine schaal kunnen we met ieder gebouw een bijdrage leveren aan het verminderen van wateroverlast. De belangrijkste boodschap daarbij is: hoe kunnen we water opvangen en vertraagd laten afstromen.
Welke begrippen zijn belangrijk?
In de inleiding hebben we de twee belangrijkste begrippen al even benoemd: klimaatadaptie en klimaatmitigatie, daar kan je veel onder scharen. Dus deze begrippen nemen we als uitgangspunt en zullen we toelichten.
Klimaatadaptatie. We weten dat klimaatverandering plaatsvindt. We proberen klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen, maar we weten ook dat sommige gevolgen niet terug te draaien zijn. We moeten onze gebouwen daar dus op gaan voorbereiden. Deze reactieve benadering noemen we klimaatadapatie.
Klimaatmitigatie heeft juist een preventieve benadering. We willen zoveel mogelijk klimaatverandering voorkomen en alle maatregelen die we daarvoor kunnen nemen, zoals de uitstoot van broeikasgassen terugdringen en de CO2-uitstoot reduceren. Dit noemen we klimaatmitigatie.
Wat kan jij met jouw gebouwen doen?
Bij het voorbereiden van gebouwen op klimaatverandering, klimaatadaptatie dus, zijn er twee belangrijkste stappen om te nemen. Enerzijds is dat de risicoanalyse, wat kun je verwachten, en anderzijds zijn dat de maatregelen die je in jouw gebouw kan nemen.
Risicoanalyse
Bij adaptatie zal je eerst moeten inventariseren hoeveel risico jouw gebouw loopt. Dat is ten eerste heel erg gebiedsafhankelijk: In Groningen heb je meer risico op aardbevingen dan in Utrecht bijvoorbeeld.
Maar het kan ook te maken hebben met gebouwgebonden aspecten. Denk bijvoorbeeld aan hoe hoog jouw gebouw ligt en of er een ondergrondse parkeergarage of kelder is, die bij overstromingen nat kan worden. Deze risico’s kan je zelf voor een groot deel nagaan. Er zijn openbare klimaat-risicokaarten beschikbaar, bijvoorbeeld www.klimaateffectatlas.nl of www.atlasomgeving.nl.
Er is een hele waslijst aan klimaatrisico’s die je kan herkennen, en die zijn allemaal te zien op deze interactieve kaarten. We adviseren echter om gericht te werk te gaan. De DGBC heeft het ‘Framework for climate adaptive buildings’ ontwikkeld die je stap voor stap kan volgen om de risico’s te inventariseren. In het specifiek gaat hoofdstuk 4 over het inventariseren van de risico’s. Dit Framework wordt tijdens een BREEAM-NL In Use certificering ook gebruikt om het risico van natuurrampen te onderbouwen. Zie bijvoorbeeld BREEAM-NL In Use credits RSL 01, 02 en 03 in BREEAM-NL In Use V6.0.0..
Maatregelen
Noodplannen
Daarnaast zijn er een aantal maatregelen die je kan nemen. In BREEAM-NL In Use V6.0.0 wordt bijvoorbeeld in credit RSL 06 en RSL 07 heel erg de nadruk gelegd op het maken van noodplannen. Waar traditionele noodplannen vooral gericht zijn op het veilig ontruimen van een gebouw bij brand, kan je in dit noodplan ook opnemen wat je als organisatie moet doen in het geval van overstroming. Heb je wel eens nagedacht over het feit dat de lift misschien niet meer werkt als de machinekamer in de kelder onder water staat? En hoe zit dat met andere bedrijf essentiële apparatuur, zoals de servers met alle data?
Oververhitting voorkomen
In 2023 hebben we in Nederland in de zomer voor het eerst de 40 graden aangetikt. Dit gaat in de toekomst vaker voorkomen. Veel gebouwen in Nederland zijn hier niet op berekend. Welke maatregelen kan je nog nemen in en om het gebouw om deze oververhitting te voorkomen. Meer bomen in de omgeving van het gebouw maken de temperatuur al snel 2 graden lager. De toepassing van zonwering zorgt ook dat de warmte buiten het gebouw blijft.
En als dat allemaal niet kan of niet voldoende helpt, neem dan in je noodplannen ook protocollen op voor hittegolven, bij welke temperatuur wordt het in het gebouw onwerkbaar en moeten we leerlingen, medewerkers of patiënten gaan verplaatsen naar andere ruimtes? Dit soort toepassingen vallen allemaal onder het kopje klimaatadaptatie: het gebouw voorbereiden op warmere zomers die gaan komen.
Overbelasting riool voorkomen
Een andere oplossing die je met gebouw kan nemen is het verminderen van de piekstroom belasting op het riool. In een verharde omgeving (harde dakbedekking, volledig bestraat buitenterrein etc.) wordt alle regen direct afgevoerd op het riool. Op het moment dat er een piek regenbui valt (in 1 keer heel veel regen) dan kan het riool dat niet meer aan. Daarom is het fijn als erop en naast gebouwen ruimte is voor vertraagde afstroming van regenwater. Dit kan bijvoorbeeld door toepassing van een groendak, of een waterbuffer in een vijver. Regenwater is vaak heel schoon water, wat je echt niet via het riool hoeft af te voeren als afval. Je kan het ook laten infiltreren in de bodem. Zo kan je onder parkeerplaatsen infiltratiekratten plaatsen.
Conclusie
Ondanks alle inspanningen om klimaatverandering te voorkomen, zullen we ons er op moeten voorbereiden dat we warmere zomers krijgen, en vaker last zullen hebben van piekregenbuien. Wil jij in jouw gebouw hier ook beter op voorbereid zijn? En ben je op zoek naar integrale maatregelen, die ook nog eens goed zijn voor biodiversiteit, energiebesparing, werkgeluk en meer? We helpen je graag verder! Neem contact op met ons.